Sprookjes van Grimm: Sprookjes voor kind en gezin
Lijst van sprookjes (Pagina 7)
126 Fernand getrouw en Fernand ontrouw
Er waren eens een man en een vrouw, ze waren rijk, maar zolang ze rijk waren, hadden ze geen kinderen, maar toen werden ze arm, en toen kregen ze een kleine jongen. Maar ze konden er niemand bij krijgen, die peet wou zijn en de man zei, dat hij dan maar naar een ander dorp zou gaan om te zien of hij daar geen peet kon krijgen. Terwijl hij onderweg was, kwam hij een arme man tegen, en die vroeg hem waar hij naar toe moest, en hij zei dat hij naar een ander dorp wou gaan om te zien of hij geen peeLees het sprookje → 128 De luie spinster
In een dorp leefden eens een man en een vrouw, en die vrouw was toch zo lui, dat ze nooit iets uitvoerde; alles wat haar man haar aan vlas te spinnen gaf, maakte ze nooit af, en als ze nog spin, wond ze 't niet op de haspel, maar ze liet alles maar in een knoedel liggen. Schold haar man haar daarom uit, dan schold ze nog harder terug en zei: Waarom zou ik winden als ik geen haspel heb, ga jij maar eens hout hakken en maak voor me een haspel. Als het dat is, zei de man, dan ga ik naar het bos enLees het sprookje → 138 Knoest en zijn drie zonen
Tussen Werrel en Soest woonde eens een man, en die heette Knoest en die had drie zoons. De ene was blind, en de tweede was lam en de derde was poedelnaakt. En ze gingen eens door het land, en toen zagen ze een haas. De blinde schoot hem, de lamme ving hem op, en de poedelnaakte stak hem in zijn zak. En toen kwamen ze bij een machtig groot meer, en daar voeren drie scheepjes op, en 't ene voer en 't tweede zonk, en het derde, daar zat geen bodem in. En in 't scheepje waar geen bodem in zat, daarLees het sprookje → 139 Het meisje van Brakel
Het meiske van Brakel ging eens naar de kapel van Sint Anna, aan de voet van de Hunnenberg, en omdat ze graag een man wou hebben en ook dacht dat er verder niemand in de kapel was, zei ze dit gebed: O heilige Sint An, Help me toch aan een man, U kent hem wel: Hij woont aan de Suttemerpoort, en heet witte Koert, U kent hem wel. Maar de koster stond achter het altaar en hoorde het, en hij riep met een heel hoog stemmetje: Je krijgt 'm niet, je krijgt 'm niet! Maar dat meisje meende, dat het MariakLees het sprookje → 140 De huishouding
Waar moest je heen? - Naar Walpe. - Ik naar Walpe, jij naar Walpe, saampjes, saampjes gaan we dan. Heb je ook een man? Hoe heet die man? - Cham. - Mijn man Cham, jouw man Cham; ik naar Walpe, jij naar Walpe, saampjes, saampjes gaan we dan. Heb je ook een kind? Hoe heet dat kind? - Bint. - Mijn kind Bint, jouw kind Bint; mijn man Cham, jouw man Cham; ik naar Walpe, jij naar Walpe; saampjes, saampjes gaan we dan. Heb je ook een wieg? Hoe heet je wieg? - Hippeldieg. - Mijn wieg Hippeldieg, jouw wieLees het sprookje →