Sprookjes van Grimm: Sprookjes voor kind en gezin
Lijst van sprookjes (Pagina 10)
180 Eva's ongelijke kinderen
Toen Adam en Eva uit het paradijs waren verdreven, moesten ze een huis bouwen op onvruchtbare grond, en hun brood eten nadat ze er heel hard voor gewerkt hadden. Adam hakte de akker en Eva spon wol. Eva kreeg ieder jaar een kind, maar de kinderen waren zeer ongelijk, sommigen mooi, anderen lelijk. Na een lange tijd zond God hun beiden een engel, en liet hun zeggen, dat hij wilde komen en hun huishouding wilde zien. Eva, vrolijk omdat de Heer zo genadig was, maakte het huis ijverig schoon, versieLees het sprookje →
186 De ware bruid
Er was eens een jong meisje, ze was heel mooi, maar haar moeder was vroeg gestorven en haar stiefmoeder deed haar alle verdriet aan wat maar mogelijk was. Als ze haar werk opgaf, al was 't nog zo zwaar, dan begon ze er ijverig aan, en deed wat haar maar mogelijk was. Maar nooit kon ze 't hart van de slechte vrouw treffen, ze was altijd ontevreden en het was nooit genoeg. Hoe harder ze werkte, des te meer werd haar op de schouders gelegd, en het enige waar aan ze dacht, was, haar altijd meer op tLees het sprookje → 187 De haas en de egel
Dit is een geschiedenis die je vertelt als een leugen, jongens, maar het is toch waar; want mijn grootvader, van wie ik ze heb, die zei altijd wanneer hij ze me liet horen, erbij: Waar moet het toch zijn, m'n jongen, want anders zou ik je het toch niet vertellen. Maar het is zó gebeurd: Het was op een zondagmorgen in de nazomer, juist toen de boekweit bloeide. De zon was heerlijk opgegaan, de morgenwind ging over de stoppelvelden, de leeuweriken stegen in de lucht, de bijen gonsden om de boekweiLees het sprookje → 190 De broodkruimels op tafel
De haan heeft eens tegen zijn kippetjes gezegd: Komen jullie allemaal de kamer in, de kamer in, de kamer in, broodkruimels pikken op de tafel, op tafel, op tafel; want de vrouw is uit, op visite. Toen zeiden de kippetjes: Nee nee nee, kommen niet, kommen niet, weet je de vrouw is altijd zo boos, altijd zo boos, altijd zo boos! En dan zegt de haan weer: Ze weet er immers niks van, kom toch hier! kom toch hier! kom toch hier! Ze gunt jullie ook nooit niks. Maar de hennetjes riepen: Nee nee nee, zeLees het sprookje →