Sprookjes van Grimm: Sprookjes voor kind en gezin
Lijst van sprookjes (Pagina 1)
007 De goede ruil
Er was eens een boer, die zijn koe naar de markt gedreven had en haar voor zeven daalders had verkocht. Terug naar huis moest hij langs een vijver; en hij hoorde al uit de verte, hoe de kikkers riepen. Ak, ak, ak, ak. – Ja, zei hij bij zichzelf, die zeggen ook maar wat, zeven heb ik er betaald gekregen, geen acht. Hij kwam bij de vijver en riep: Domoren dat jullie zijn! Weten jullie niets beters? Zeven daalders zijn het en geen acht. Maar de kikkers riepen: Ak, ak, ak, ak! – Nou, als jullie 't nLees het sprookje → 010 Het gespuis
Het haantje zei tegen het hennetje: Nu is het herfst, nu zijn de noten rijp, nu moeten we samen de berg opgaan en ons buikje vol eten vóór de eekhoorn alles wegkaapt. - Ja, zei het hennetje, dat gaan we eens heerlijk doen! Zo gingen ze samen op weg, de berg op, en omdat het een mooie lichte dag was, bleven ze tot de avond. Nu weet ik niet, of ze zich zo volgestopt hadden, of zo overmoedig geworden waren, maar kort en goed, ze wilden niet te voet naar huis, en het haantje maakte een wagentje vanLees het sprookje → 019 Van de visser en zijn vrouw
Er was eens een visser en z'n vrouw, die zo arm waren, dat ze alleen maar in een pot konden wonen, vlak aan zee. De visser ging elke dag hengelen; en dan hengelde hij en hengelde hij maar. Zo zat hij ook eens bij zijn hengel en keek steeds in 't blanke water, en hij keek en keek. Daar dook de dobber diep onder, en toen hij 'm ophaalde, had hij een grote bot. Toen zei de bot tegen 'm: Hoor jij es visser, zei-d-ie, laat me leven, een echte bot ben 'k toch niet, ik ben een betoverde prins. Wat hadLees het sprookje →