De hoefnagel - Gebroeders Grimm
De hoefnagel
Een sprookje van de gebroeders Grimm
Er was eens een koopman. Hij was op de jaarmarkt geweest en had daar goede zaken gedaan, alle waren verkocht en z'n geldkas gespekt met goud en met zilver.
Hij wilde nu naar huis, en hij wilde vóór het aanbreken van de nacht weer thuis zijn. Dus zette hij zijn tas met geld op het paard, en reed weg.
Hij wilde nu naar huis, en hij wilde vóór het aanbreken van de nacht weer thuis zijn. Dus zette hij zijn tas met geld op het paard, en reed weg.
's Middags pauzeerde hij in een grote stad, en toen hij verder wilde, bracht de huisknecht het paard, maar zei: "Mijnheer! aan 't linker achterbeen is een nagel uit 't hoefijzer." - "Laat maar," antwoordde de koopman, "die zes uur die ik nog te rijden heb, zal dat ijzer wel houden. Ik heb haast."
In de namiddag stopte hij nog eens, was afgestegen en liet het paard brood geven. De knecht kwam de gelagkamer binnen en zei: "Mijnheer, er mist een hoefijzer aan 't linkerachterbeen van uw paard. Zal ik het naar de hoefsmid brengen?" - "Laat maar," zei de heer, "die paar uur die ik nog rijden moet, zal 't paard nog wel uithouden. Ik heb haast." En hij reed weg.
Het duurde niet lang, of het paard begon te hinken. Hij hinkte niet lang, of hij ging kreupel, en hij was niet lang kreupel geweest, of hij viel en brak een been.
De koopman moest het paard achterlaten, de tas afgespen, op z'n schouder nemen en te voet naar huis gaan, waar hij pas diep in de nacht aankwam.
De koopman moest het paard achterlaten, de tas afgespen, op z'n schouder nemen en te voet naar huis gaan, waar hij pas diep in de nacht aankwam.
"Van al mijn ongeluk," zei hij tegen zich zelf, "is die verwenste hoefnagel de schuld." Haast u langzaam!
* * * * *
SprookjeGebroeders Grimm
Vertalingen:
Vergelijk twee talen: